Dwangmedicatie

Beperking bewegingsvrijheid

Dwangmedicatie

Opname accommodatie

KC23-025 03 juli 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : KC23-025
Datum ontvangst klacht : 19 juni 2023
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum hoorzitting : 28 juni 2023
Datum beschikking : 03 juli 2023

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

 

[XX] (psychiater/verweerder A)

[XX] (Aios/verweerder B)

 

[XX] (voorzitter/jurist)

[XX] (psychiater)

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Ingediende klachten

  1. Opname accommodatie
  2. Gedwongen medicatie
  3. Separatie
  4. Beperking bewegingsvrijheid
  5. Ontbreken benodigde zorg

 

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klager heeft een klacht ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 Wvggz bevoegd om uitspraak over deze klacht te doen.

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 19 juni 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg en dezelfde dag partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting.

 

De klachtencommissie heeft op 22 juni 2023 het verweer ontvangen en diezelfde dag doorgestuurd naar partijen. De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 28 juni 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de uitspraak uiterlijk op 03 juli 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.       

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Crisismaatregel, d.d. 04-06-2023;

-           Kennisgeving mondelinge uitspraak VCM, d.d. 07-06-2023;

-           Medische verklaring, d.d. 04-06-2023;

-           Behandelplan, d.d. 04-06-2023;

-           Informatiebrief verplichte zorg, d.d. 04-06-2023 en 17-06-2023;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg, d.d. 04-06-2023. 06-06-2023 en 17-06-2023;

-           Mededeling verplichte zorg in nood, d.d. 20-06-2023;

-           Decursus en rapportage VPK, 04-06-2023 t/m 22-06-2023.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] vrouw bekend een bipolaire stoornis, ADHD en een borderline persoonlijkheidsstoornis. Tevens is er sprake van een middelgerelateerde- en verslavingsstoornis.                 

 

Klager ontvangt verplichte zorg op grond van een verlengde crisismaatregel, afgegeven op 07 juni 2023 voor een periode van 3 weken. Medicatie, opname accommodatie, separatie en beperking vrijheden vormen onderdeel van de toegestane verplichte zorg.

 

Verslag van de hoorzitting

De voorzitter stelt de aanwezigen bij de hoorzitting voor. Klaagster geeft aan niet in beeld te willen. De voorzitter stelt dat in beeld zijn voorwaarde is voor deelname aan de hoorzitting. Klaagster is hierdoor ontstemd en verlaat de hoorzitting, evenals de PVP, die niet mag deelnemen aan een hoorzitting in afwezigheid van klager.

 

Standpunt van klager (uit klachtenformulier)

Klaagster is van mening dat de opname onrechtmatig is. Ze wil geen gedwongen medicatie en heeft last van de bijwerkingen. Ze klaagt over de plaatsing in de ICU en over de behandeling, specifiek over het ontbreken van een behandelplan en de benodigde somatische zorg.

Klaagster wil Tramadol tegen de pijn en een epidurale injectie vanwege een ontstoken heup. Klaagster wil minimaal drie keer een half uur naar buiten zonder begeleiding. Ze wil geen antipsychotica meer innemen en ze wil naar huis.

 

Standpunt verweerder

Verweerder verwijst naar het ingediende verweerschrift. Als toevoeging benoemt verweerder dat klaagster bekend is met een persoonlijkheidsstoornis met een maniform beeld. Er is sprake van een vergelijkbaar beeld als bij een eerdere opname. Destijds is het toestandsbeeld als manie behandeld. Tijdens die behandeling kreeg de persoonlijkheidsstoornis, c.q. borderline, meer de overhand. Er is toen besloten klaagster met ontslag te laten gaan, ondanks het feit dat de manische agitatie nog aanwezig was.  

 

Verweerder licht toe dat er aanvankelijk een zorgmachtiging aangevraagd zou worden. De onafhankelijk psychiater die klaagster heeft beoordeeld gaf hiervoor echter een negatief advies af. Derhalve heeft verweerder besloten de aanvraag voor een zorgmachtiging niet door te zetten. Verweerder B vult aan dat klaagster niet open staat voor behandeling. Er is ambulante begeleiding die klaagster wekelijks bezoekt. Deze begeleiding is geen GGZ-zorg aldus verweerder B. Tenslotte merkt verweerder A op dat klaagster een jaar lang zonder problemen buiten het GGZ zorgcircuit is gebleven Ze was uitgeschreven bij Pro Persona.

Luxerend voor de huidige ontregeling lijkt het overlijden van haar moeder en de nieuwe relatie van klaagster. Verweerder constateert dat klaagster snel achteruit is gegaan. Als gevolg van de borderline verergert de instabiliteit. Hij hoopt dat het toestandsbeeld dooft maar constateert ook er zeker nog sprake is van een forse ontregeling momenteel.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klachten zien op de uitvoering van de verplichte zorg en zijn gericht tegen beperking vrijheden, opname en medicatie zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en zijn ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] vrouw, bekend met een borderline persoonlijkheidsstoornis met manische ontregelingen en middelenmisbruik. Klaagster wil pijnbestrijding (tramadol) tegen haar pijn in haar heup. Klaagster wil geen antipsychotica in verband met de bijwerkingen. Klaagster klaagt over haar verplichte opname, medicatie, plaatsing op de intensive care unit (ICU), en beperking bewegingsvrijheid. Klaagster wil zonder begeleiding naar buiten kunnen.

 

Er is een beslissing verplichte zorg uitgereikt op 04 juni 2023 en op 06 juni 2023, gebaseerd op de crisismaatregel en op 17 juni 2023, gebaseerd op de voortgezette crisismaatregel.

 

Verweerder geeft aan dat klaagster eerder bij Pro Persona was opgenomen met een vergelijkbaar beeld. Ter behandeling van het huidige toestandsbeeld is medicatie voorgeschreven die bij de eerdere opname ook effectief bleek. Klaagster wil echter zelf geen medicatie. Vanwege sterk ontwrichtend gedrag op de afdeling is patiënte kort in de ICU geplaatst en heeft zij noodmedicatie (Cisordinol acutard) gehad. Daarop was kortdurend enig herstel zichtbaar. Er volgt nog een uitslag van de bloedspiegel Zyprexa gezien zij orale medicatie niet goed inneemt. Klaagster heeft eerder vrijheden gehad en heeft die afspraken meteen geschonden. Zij gebruikt ook dagelijks cannabis wat het psychiatrisch beeld kan beïnvloeden. Omdat klaagster geen urine wilde afstaan voor controles (ratiobepaling) zijn haar vrijheden ingetrokken.

 

De commissie constateert dat het ernstig nadeel voor klaagster bestaat uit gedrag wat agressie bij anderen uitlokt. Zij schreeuwt, heeft op intimiderende wijze haar boosheid geuit op huisarts bij huisartsenpost. Verder is klaagster ontsnapt door over een hek te klimmen en gebruikt zij dagelijks cannabis, ook tijdens opname. Klaagster geeft op de afdeling aan er helemaal doorheen te zitten. Geeft aan niet acuut suïcidaal te zijn maar door alle spanning van opname wel weer neiging te krijgen tot automutilatie. Het ernstig nadeel kan met opname, tijdelijke plaatsing in de ICU, beperking van haar vrijheden en medicatie bestreden worden. Verweerder heeft voldaan aan de proportionaliteit, doelmatigheid en subsidiariteit, eisen gesteld aan verplichte zorg.

 

De commissie constateert dat aan de formele aspecten van de verplichte zorg met medicatie, beperking vrijheden, separatie en opname accommodatie is voldaan. Er is een beslissing verplichte zorg uitgereikt op 4 juni 2023 en 06 juni 2023, gebaseerd op de crisismaatregel en op 17 juni 2023, gebaseerd op de voortgezette crisismaatregel.

 

De commissie volgt de inhoudelijke beslissingen van verweerder ter bestrijding van het ernstig nadeel voor klaagster. Dit maakt dat alle klachten ongegrond verklaard worden.

 

De klacht over het ontbreken van pijnmedicatie valt niet onder de klachtgronden van de Wvggz. De commissie is niet bevoegd deze klacht te behandelen.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen medicatie ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de opname ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de beperking van haar vrijheden ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de separatie ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 03 juli 2023

Aantal bladzijden: 5